beveiliging.pagina.nl, alles over de beveiliging


Beveiligen is meer dan je ogen de kost geven


Klik hier voor het mooiste stadion van Nederland.

Klik hier voor een website over verkeerstekens

                   

Welkom bij mijn website over de beveiligingsbeambte.

en aanverwante wetsartikelen


Rechtsbegrippen

A| B| C| D| E| F| G| H| I| J| K| L| M| N| O| P| Q| R| S| T| U| V| W| | X| | Y| | Z


A

Aanhangig maken - Het starten van een procedure bij de rechter; in een strafproces gebeurt dat door een dagvaarding of een oproep door de officier van justitie, in een civiel proces door een dagvaarding door de eiser van de andere partij of een verzoekschrift aan de rechter.
 
Aanhouden - 
1. In het strafrecht: het feitelijk vasthouden van iemand die er van verdacht wordt een strafbaar feit te hebben begaan. 
2. In een civiele of strafprocedure: het uitstel van de behandeling of de eindbeslissing van de rechter.
Aanleg - De rechterlijke instantie waar de behandeling van een zaak plaatsvindt. De rechtbank is de eerste aanleg, het gerechtshof de tweede aanleg oftewel de hoger-beroepsinstantie.

Aanwijzing - 
1. Voorschrift hoe het Openbaar Ministerie zijn taak moet vervullen. Er is bijvoorbeeld een aanwijzing over de rol van een officier van justitie bij risicowedstrijden in het betaald voetbal. 
2. Officieel bevel van de minister van Justitie aan het Openbaar Ministerie om een zaak op een bepaalde manier af te handelen.
Aanzegging - Bekendmaking door middel van het uitreiken van een gerechtelijk schrijven, bijvoorbeeld een dagvaarding of een kennisgeving. 

Absolute competentie of bevoegdheid - Bij het uitbrengen van een dagvaarding spelen in het algemeen twee vragen een rol. Ten eerste moet altijd worden vastgesteld welke 'soort' rechter bevoegd is om een zaak te behandelen. In de meeste gevallen zal het dan gaan om vast te stellen of men bij de 'gewone' rechter of bij de kantonrechter moet zijn. Dit is de vraag van de absolute competentie. Ten tweede moet men vaststellen in welk arron- dissement de rechter dient te worden benaderd. Dit is de vraag van de relatieve competentie. 
 
Administratieve afhandeling - Procedure om buiten het strafrecht lichte (verkeers-) overtredingen af te handelen.

Administratieve rechtspraak - Zie: Bestuursrecht

Advocaat - Raadsman of raadsvrouw in juridische aangelegenheden. Een advocaat moet zijn ingeschreven bij de rechtbank en is ook lid van de Nederlandse Orde van Advocaten. 
Voor meer informatie: http://www.advocatenorde.nl/. 

Advocaat-Generaal (A-G.) - 
1. Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie bij een gerechtshof. Zijn taak komt overeen met die van de officier van justitie bij de rechtbank. 
2. Bij de Hoge Raad: adviseur van de Hoge Raad. Deze advocaat-generaal werkt niet voor het Openbaar Ministerie.
Akte - Ondertekend geschrift, dat als bewijs kan dienen. 

Alternatieve sanctie - Een taakstraf (werkstraf of leerstraf) als alternatief voor gevangenisstraf of boete. Taakstraf is onbetaalde arbeid die wordt opgelegd door de strafrechter in plaats van een gevangenisstraf. Het werk wordt meestal verricht in ziekenhuizen, bejaardencentra, kinderboerderijen, sportclubs e.d. Leerstraf is het verplicht volgen van een cursus of training als alternatieve straf voor jeugdigen. 

Ambtshalve toevoeging - Toewijzing door de rechter van een advocaat die kosteloos rechtsbijstand verleent aan verdachten, vreemdelingen of psychiatrische patiënten die in bewaring zijn gesteld (zie ook: In bewaringstelling) zonder dat zij daartoe zelf een verzoek hoeven indienen. 

Appèl - Hoger beroep; de mogelijkheid om, als men het niet eens is met een rechterlijke uitspraak, een nieuwe uitspraak van een hogere rechter te vragen. Als een zaak bij de rechtbank heeft gediend en hoger beroep wordt ingesteld, dan wordt de zaak behandeld door het gerechtshof. In beroep gaan bij de Hoge Raad heet geen 'appèl' maar 'cassatie'.
 
Appellant - Degene die in hoger beroep gaat. 

Arbitrage - Vorm van geschilbeslechting waarbij niet de rechter, maar een of meer door de partijen zelf aangewezen scheidsrechters (arbiters) een uitspraak doen.

Arrest - Uitspraak van een gerechtshof of de Hoge Raad. 

Arrondissement - Rechtsgebied. Nederland is verdeeld in negentien arrondissementen, met elk een rechtbank en een arrondissementsparket. Zie ook: Ressort.

Arrondissementsparket - Het kantoor van het Openbaar Ministerie in een arrondissement. Op het arrondissementsparket werken de officieren van justitie en ondersteunend personeel onder leiding van een hoofdofficier van justitie. De parketten zijn gevestigd in dezelfde steden als de rechtbanken. 

terug naar boven

B
Balie -Aanduiding voor de gehele advocatuur. 

Beklag - De mogelijkheid voor rechtstreeks belanghebbenden om te klagen als door het Openbaar Ministerie is besloten om een strafbaar feit niet (verder) te vervolgen. De beslissing om al dan niet alsnog te vervolgen wordt ter beoordeling aan het gerechtshof voorgelegd. 

Belanghebbende - Iemand die betrokken is bij een besluit of geschil en daar (rechtstreeks) belang bij heeft. 

Bemiddeling - Een alternatieve manier om tot een oplossing van geschillen te komen. Een onafhankelijke deskundige bemiddelaar verleent hulp om partijen tot elkaar te brengen. 

Benadeelde partij - Iemand die door een strafbaar feit schade heeft ondervonden. Een benadeelde partij kan zich voegen in het strafproces om als slachtoffer schadevergoeding van de dader vorderen. 

Beroep - Zie: Hoger beroep

Beschikking - 
1. Een beslissing van een overheidsorgaan in een concreet geval, bijvoorbeeld het verlenen van een bouwvergunning. 
2. Een rechterlijke uitspraak in een procedure die begint met een verzoekschrift. Een uitspraak in een procedure die begint met een dagvaarding, heet een vonnis.

Beslag - Inbeslagneming van voorwerpen waarmee straf- bare feiten zijn gepleegd, bijvoorbeeld omdat ze nodig zijn voor het bewijs of omdat ze gevaarlijk zijn (drugs, wapens). Ook om de criminele winsten af te romen (geld, auto's, huizen, jachten). Dit beslag geschiedt in opdracht van de officier van justitie. 
 
Bestuursorganen - Organen die belast zijn met overheidstaken, zoals het College van Burgemeester en Wethouders of een bedrijfsvereniging. 

Bestuursrechtspraak - Rechtspraak die zich bezighoudt met geschillen over besluiten van een overheidsorgaan. De geschillen kunnen zich zowel tussen burgers en bestuursorganen als tussen bestuursorganen onderling afspelen. Bestuursrecht is de moderne benaming voor wat vroeger administratief recht heette. 

Betekening- Uitreiking van gerechtelijke stukken, zoals een dagvaarding, een oproeping of een vonnis, aan een verdachte of een getuige.
 
Bewaring - Zie: Inbewaringstelling

Bewijslast - De verplichting tot het leveren van bewijs in een proces. 

Bloedproef - Het afnemen van bloed om te zien of een automobilist onder invloed is van alcohol of drogerende middelen.

Bodemprocedure - Term die gebruikt wordt om de normale procedure bij de rechtbank af te zetten tegen het kort geding.

Bureau Rechtshulp - Het Bureau Rechtshulp verleent rechtsbijstand aan burgers met lage en midden-inkomens.
 
Burgerlijke rechtshulp - Zie: Civiele rechtspraak

terug naar boven

C
Cassatie, in cassatie gaan - In beroep gaan bij de Hoge Raad tegen een beslissing van een lagere rechter. (Zie ook: In cassatie bij de Hoge Raad)

Casseren - Het vernietigen van een uitspraak van een lagere rechter door de Hoge Raad.

Cautie - Mededeling aan de verdachte dat hij het recht heeft om te zwijgen. 

Centrale Raad van Beroep (CRvB)- Beroepsinstantie beslist in geschillen over sociale verzekeringswetten en ambtenarenzaken, nadat men in beroep is gegaan tegen een uitspraak van de bestuursrechter van de rechtbank. Voor meer informatie: Centrale Raad van Beroep

Civiele rechtspraak - Rechtspraak die zich bezighoudt met geschillen tussen burgers onderling, tussen bedrijven onderling of tussen burgers en bedrijven. Wordt soms ook burgerlijke rechtspraak genoemd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven - Een bestuursrechtelijk college dat oordeelt over geschillen op het terrein van het sociaal-economisch bestuursrecht. Daarnaast is het College hoger beroepsinstantie voor uitspraken betreffende een bepaald aantal wetten, zoals bijvoorbeeld de Mededingingswet en de Telecommunicatiewet. Voor meer informatie: College van Beroep voor het bedrijfsleven.

College van Procureurs-Generaal - Uit vijf personen bestaand college dat aan het hoofd staat van het Openbaar Ministerie. 

Comparitie van partijen - Het op rechterlijk bevel persoonlijk verschijnen van partijen voor de rechter, meestal om tot een schikking te komen of nadere uitleg te geven. 

Competentie - Geeft aan welke rechter bevoegd is voor welke soort zaak. Zie ook: Absolute competentie.

Conclusie van antwoord - Het eerste verweer van de gedaagde tegen hetgeen de eiser stelt in een civiel proces. 

Conclusie van repliek - Datgene wat de eiser aanvoert ter weerlegging van hetgeen de gedaagde in de conclusie van antwoord heeft gesteld.
 
Conservatoir beslag - Beslag op goederen na toestemming van een rechter, vooruitlopend op een uitspraak over een geschil. 

Contra-expertise - Tegenonderzoek door een deskundige. 

Contradictoir - Zaak op tegenspraak. Dit betekent dat de gedaagde (in het civiele recht) of de verdachte/raadsman van verdachte (in het strafrecht) in de procedure is verschenen en zijn kijk op de zaak heeft kunnen geven. 

Cumulatie - In burgerlijk procesrecht: samenvoeging van meerdere rechtsvorderingen. 

Cumulatieve telastelegging - Dagvaarding waarin aan de verdachte meerdere feiten worden verweten. 

Curator - 
1. Persoon die door de rechtbank wordt aangewezen om op te treden namens iemand die handelingsonbekwaam is (onder curatele is gesteld). 
2. In faillissementen is de curator degene die het vermogen van degene die failliet is gegaan te gelde maakt en verdeelt over de schuldeisers. 

terug naar boven

D
Dading - Een overeenkomst of schikking tussen partijen waardoor de rechter geen uitspraak meer hoeft te doen. Het is een contact tussen slachtoffer en dader waarin de schade wordt vergoed. 

Dader - (Mede)pleger van een strafbaar feit of degene die het feit heeft uitgelokt.

Dagvaarding - Oproep om voor het gerecht te verschijnen. 

Derdenverzet - Bijzonder rechtsmiddel dat iemand kan aanwenden wanneer hij meent benadeeld te zijn door een vonnis dat tussen andere partijen is uitgesproken. 

Delict - Strafbaar feit. 

Descente - Een bezichtiging door de rechter op de plaats van het delict, de plek waar de oorzaak van het geschil zichtbaar is of waar het geschil zich afspeelt ('plaatsopneming').
 
Dingtalen - Het mondeling bepleiten van de zaak door partijen in een civiel proces. 

Discretionaire bevoegdheid - De vrije beslissingsruimte van de rechter.

Doodslag - Het iemand van het leven beroven zonder dat sprake is van een van tevoren beraamd plan. Wel moet er opzet in het spel zijn want anders is het hoogstens dood door schuld. De maximumstraf voor doodslag is vijftien jaar gevangenisstraf. Zie ook: Moord.
 
Dupliek - Het antwoord van de gedaagde op de conclusie van repliek door de eiser (civiele zaken) 

Dwangmiddelen - 
1. Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt tegen de wil van de verdachte. Bijvoorbeeld: fouilleren, arresteren, huiszoeking. 
2. Pressiemiddelen ter uitoefening van bestuursdwang om naleving van wettelijke voorschriften te bewerkstelligen.

Dwangsom - Bedrag dat iemand moet betalen als hij niet voldoet aan een verplichting die hem door de rechter is opgelegd.

terug naar boven

E
Eed van belofte - Plechtige verklaring van een getuige op de zitting dat hij de waarheid zal spreken. Hij is dit verplicht. Als hij opzettelijk een valse verklaring aflegt, maakt hij zich schuldig aan meineed.

Economische politierechter - Strafrechter die beslist over economische vergrijpen, zoals overtreding van de winkelsluitingswet of de warenwet. 

Eenvoudig / enkelvoudig delict - Lichtste vorm van een delict, bijvoorbeeld diefstal.

Eerste instantie (eerste aanleg) - Gerecht waar iemand begint met een procedure. Meestal is dat de rechtbank.

Eerste en enige instantie - Procedure zonder de mogelijkheid om in beroep te gaan. 

Eis - Straf die de verdachte volgens de officier van justitie zou moeten krijgen.

Eiser - Degene die een (civiele) procedure begint, in tegenstelling tot de gedaagde.

Elektronisch toezicht - Zie: Huisarrest

Enkelvoudige kamer - Zitting met één rechter die rechtspreekt (politierechter, kinderrechter, president in kort geding en economische politierechter). Zie ook: Meervoudige kamer. 

Enquête - Zitting waarin de rechter getuigen hoort in een civiele zaak.

Executie van een vonnis - Tenuitvoerlegging van een arrest, vonnis of beschikking, eventueel met behulp van een deurwaarder. 

Executoriaal beslag - Handeling van de deurwaarder om bepaalde voorwerpen of gelden aan de macht van de verliezende partij te onttrekken zodat daarmee degene die door de rechter in het gelijk is gesteld zijn voorwerpen terug krijgt of zijn schuld betaald krijgt. 

Ex nunc - Vanaf nu. Beoordeling ex nunc is een beoordeling vanuit de huidige situatie niet naar de situatie ten tijde van de gebeurtenis. 

Ex tunc -Vanaf toen. Beoordeling ex tunc is een beoordeling naar de situatie van toen de gebeurtenis plaats vond. 

Executoriale titel - Vorm waarin een afschrift van een rechterlijk vonnis is opgemaakt, zodat de gerechtsdeurwaarder het vonnis ten uitvoer kan leggen. Een vonnis in executoriale vorm begint altijd met de woorden "In naam der koningin". 

Exploot (of exploit) - Verzamelnaam voor officiële stukken die uitsluitend door een gerechtsdeurwaarder kunnen worden uitgebracht, bijvoorbeeld een dagvaarding. 

terug naar boven

F
Formeel recht - Regels die aangeven op welke wijze een proces moet worden gevoerd. 

Forum - Gerecht, rechterlijk college. 

Fourneren - Het overleggen van de procesdossiers aan de rechter met het doel om een vonnis te krijgen. 

terug naar boven

G
Gedaagde - In civiel recht: degene tegen wie een eis of vordering wordt gericht. Tegenpartij van de eiser. 
 
Geïntimeerde - Partij die in de dagvaarding door de appellant opgeroepen wordt om voor een hoger gerecht te verschijnen.

Gedetineerde - Gevangene. 

Gelaedeerde - Iemand die nadeel heeft ondervonden door een onrechtmatige daad. 

Gemachtigde - Iemand die als vertegenwoordiger namens een partij optreedt in de procedure. 

Geopposeerde - Tegenpartij in een civiele procedure. Zie ook: Verzet. 

Gerecht - Rechtsprekende instantie. Bijvoorbeeld: rechtbank, gerechtshof, Hoge Raad.
 
Gerechtelijk vooronderzoek - Fase in het onderzoek van een strafrechtszaak, waarin een rechter, rechter-commissaris genoemd, het onderzoek leidt. Deze fase gaat aan de zitting vooraf.

Gerechtsauditeur - opleidingsfunctie voor juristen die rechter willen worden of (bij Hoge Raad en Gerechtshoven) ondersteunende functie. 

Gerechtshof - Gerecht dat zaken in hoger beroep behandelt. Nederland kent vijf gerechtshoven. Zie ook: kaart gerechtelijke indeling.

Gerechtssecretaris - 1. Opleidingsfunctie voor juristen die rechter willen worden.
2. Ondersteunende functie bij Hoge Raad en Centrale Raad van Beroep.

Gerekestreerde -Wederpartij van de verzoeker in een verzoekschriftprocedure.

Getuige à charge - Getuige in een strafproces die wordt opgeroepen door de officier van justitie. Deze legt in de regel een verklaring af die belastend is voor de verdachte.

Getuige à decharge - Getuige in een strafproces die is opgeroepen door de verdachte of zijn advocaat. Deze getuige zal in het algemeen ontlastende verklaringen afleggen. 

Gevangenhouding - Vorm van voorlopige hechtenis. Daaraan vooraf gaat de door de rechter-commissaris bevolen bewaring. De beslissing over gevangenhouding en de verlenging daarvan wordt door de raadkamer van de rechtbank gegeven. De gevangenhouding van maximaal dertig dagen kan twee maal worden verlengd. 

Grief - Bezwaar dat in (hoger) beroep wordt aangevoerd. 

Griffier - Persoon die een verslag maakt van de zitting en de rechter ondersteunt bij het schrijven van een vonnis. 

Griffierecht - Bedrag dat aan een gerecht moet worden betaald wanneer men een civiele of bestuursrechtszaak start. Zie ook: de kosten van een procedure.

Grondwet - In de Grondwet is de parlementaire democratie verankerd. De Grondwet regelt de bevoegdheden van het parlement, de ministers en de Koningin. Daarin staat ook hoe gemeenten en provincies moeten functioneren, hoe wetten worden gemaakt en hoe de rechtspraak in zijn werk gaat. Maar belangrijk is ook dat de grondrechten en plichten van alle Nederlanders in de Grondwet staan opgenomen. 

Grosse - Een gewaarmerkt afschrift van een vonnis dat voor de partijen bestemd is. 

terug naar boven

H
HALT - Afkorting voor Het Alternatief. Het Halt-bureau kan onbetaald werk opdragen als alternatief voor een boete of gevangenisstraf bij kleine vergrijpen zoals vernielingen of diefstalletjes onbetaald werk opdragen. Halt is er alleen voor jeugdige daders. Het werk dat moet worden gedaan heeft zoveel mogelijk te maken met de aangerichte schade, bijvoorbeeld het verwijderen van graffiti. Als het werk goed is gedaan, is daarmee de zaak afgedaan en volgt er geen oproep meer om voor de kinderrechter te verschijnen.
 
Hechtenis - Vorm van vrijheidstraf, die bijvoorbeeld wordt opgelegd bij overtredingen of bij het niet betalen van een boete. Zie ook Huis van Bewaring.

Heenzenden - Het vrijlaten van verdachten die in voorlopige hechtenis zitten of van veroordeelden die hun straf bijna hebben uitgezeten. Heenzendingen vinden plaats als er te weinig cellen zijn. 

Herziening - Buitengewoon rechtsmiddel tegen onherroepelijke veroordelingen in strafzaken. Kan bij de Hoge Raad worden aangevraagd wanneer zich nieuwe feiten en omstandigheden (novum) hebben voorgedaan die niet bekend waren ten tijde van de behandeling van de zaak. 

Hof / hoven - Zie: Gerechtshof. 

Hoge Raad - Hoogste rechtscollege in Nederland. De Hoge Raad stelt niet meer zelf de feiten vast, maar bekijkt of het gerechtshof bij zijn beslissing het recht goed heeft toegepast. Voor meer informatie: De Hoge Raad der Nederlanden.
Hoger beroep - Het opnieuw behandelen van een zaak door een hogere rechter.

Huisarrest - Experiment waarbij een veroordeelde zijn straf thuis mag uitzitten. Door een elektronische chip in een niet te verwijderen enkelband kan op afstand worden gecontroleerd of een veroordeelde zich aan zijn huisarrest houdt. Wordt ook 'elektronisch toezicht' genoemd. 

Huis van bewaring - Gebouw waar verdachten zitten die nog niet zijn voorgekomen en die in voorlopige hechtenis zitten. Ook bestemd voor personen die een licht vergrijp hebben begaan en daarvoor een hechtenisstraf kregen en voor passanten die wachten op een plek in een TBS-kliniek. 

Huiszoeking - Het doorzoeken van een woning om goederen in beslag te nemen.

Hulpofficier van justitie - Hogere politieman met speciale opleiding en speciale bevoegdheden die bij opsporing en vervolging het Openbaar Ministerie assisteert. 

Huwelijksgoederenregister - Openbaar register bij de rechtbank waarin de huwelijkse voorwaarden zijn vermeld. 

terug naar boven

I
Immateriële schade - Schade die veroorzaakt wordt door verdriet, smart of geestelijk gemis. Deze schade is (in tegenstelling tot materiële schade) niet direct in geld uit te drukken. De vergoeding die wordt uitgekeerd om immateriële schade te vergoeden heet smartengeld. 

Inbewaringstelling - 
1. In het strafrecht: voorlopige hechtenis in opdracht van de rechter-commissaris; 
2. In het vreemdelingenrecht: opsluiting van iemand die niet over geldige verblijfspapieren beschikt; 
3. In het kader van de Wet Bijzondere Opneming Psychiatrische Ziekenhuizen: gedwongen opname in een psychiatrische inrichting van iemand die psychisch gestoord is en een gevaar vormt voor zichzelf of zijn omgeving. 
Incidenteel tussengeschil - Voorval in een procedure dat de gewone voortgang van het proces ophoudt. 

Incidenteel appèl - Hoger beroep, ingesteld nadat de wederpartij ook al appèl heeft ingesteld tegen dezelfde beslissing. 

Inlichtingencomparitie - Het op bevel van de rechter verschijnen van partijen om inlichtingen te geven. 

Insolventie - Staat waarin een persoon of onderneming niet aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Gaat soms vooraf aan faillissement.

Interlocutoir vonnis - Tussenvonnis waarbij de rechter een bewijsopdracht, persoonlijke verschijning van partijen, nadere inlichtingen of onderzoek beveelt waarvan de beslissing van de zaak afhankelijk kan zijn. 

Inverzekeringstelling - Het vasthouden van de verdachte indien dat nodig is voor het onderzoek. De (hulp)officier van justitie beslist hierover. De inverzekeringstelling, die drie dagen duurt, kan worden bevolen bij middelzware en zware misdrijven en kan eenmaal met drie dagen worden verlengd. Daarna kan voorlopige hechtenis volgen.

terug naar boven

J
Jeugdstrafrecht (of kinderstrafrecht) - Strafrecht voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. Bij het jeugdstrafrecht vinden zittingen achter gesloten deuren plaats. De leeftijdsgrenzen kunnen variëren. 16- en 17-jarigen kunnen volgens de regels van het volwassenenstrafrecht worden berecht als het delict of hun persoonlijkheid daar aanleiding voor geeft. Jongeren van 18 tot 20 jaar kunnen op grond van hun persoonlijkheid volgens de regels van het jeugdstrafrecht berecht worden. De rechter bepaalt welk recht van toepassing is.
Jurisprudentie - Geheel van uitspraken van rechters. De jurisprudentie vormt een richtlijn voor de rechtspraak in latere, soortgelijke gevallen. 

Justitia, Vrouwe Justitia - Godin der gerechtigheid in het oude Rome. Vaak afgebeeld op met blinddoek, weegschaal en zwaard.

Justitiabele rechtzoekende - Verzamelnaam voor eiser, gedaagde, verdachte, verzoeker etc. 

Justitie - Verzamelnaam voor functies die zich binnen de overheid bezighouden met de handhaving van het recht. Lees meer over het werkveld op www.justitie.nl. 

Justitiële Documentatiedienst - Dienst die na veroordeling misdrijven op naam registreert en deze strafrechtelijke gegevens onder bepaalde voorwaarden verstrekt (bijvoorbeeld ten behoeve van een Verklaring omtrent het gedrag). 

terug naar boven

K
Kamer - Onderdeel van een rechterlijk college, zoals een strafkamer, belastingkamer, vreemdelingenkamer of militaire kamer. Zie ook: Enkelvoudige kamer en Meervoudige kamer.

Kantonrechter - De kantonrechter behandelt zowel civiele zaken als strafzaken. Het is een alleensprekende rechter die zaken als overtredingen uit het strafrecht, arbeidszaken, huurzaken en zaken onder de € 5000 behandelt. Vroeger was het kantongerecht een apart gerecht naast de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge Raad. De kantongerechten zijn opgegaan in de rechtbanken. De term 'kantonrechter' is echter blijven bestaan.

Kantonrechtersformule - Afspraken tussen de kantonrechters over de wijze waarop de hoogte van een vergoeding bij een ontbinding van een arbeidsovereenkomst wordt berekend. 

Kinderrechter - Rechter die strafzaken tegen minderjarigen (12-18 jaar) behandelt.

Kinderstrafrecht - Zie: Jeugdstrafrecht

Klachtdelict - Delict dat alleen vervolgd kan worden als er een klacht is ingediend, bijv. in geval van belediging. 

Kort geding - Procedure om in een spoedeisende zaak snel een beslissing van de rechtbank te krijgen. Dit is een voorlopige uitspraak. Hierna kunnen de partijen alsnog naar de rechtbank gaan om de zaak voor te leggen (de 'bodemprocedure'), maar in de praktijk komt dat niet veel voor. De partijen leggen zich meestal neer bij de uitkomst van het kort geding.

Kracht van gewijsde - Een vonnis heeft 'kracht van gewijsde' als daartegen geen beroep meer mogelijk is. 

Kwalificatie in het strafrecht - De vaststelling van de aard van een strafbare handeling door de wettelijke benaming te geven en het artikel waarin die handeling strafbaar is gesteld. 

terug naar boven

L
Landsadvocaat - Zelfstandig advocaat die het rijk adviseert of namens het rijk optreedt als raadsman.

Leerstraf - Het verplicht volgen van een cursus of training als alternatieve straf voor jeugdigen, met de bedoeling er iets van op te steken. 

Legalisatie - Wettiging; verklaring van echtheid. 

Lik-op-stuk - Snel afhandelen van zaken door politie en justitie. De wetsovertreder krijgt meteen een acceptgiro voor de boete of een dagvaarding om op de zitting te komen. 

Litispendentie - De situatie dat een geschil al bij een andere rechter in behandeling is. 

Lijdelijk - In het civiele recht is 'de rechter lijdelijk'. Dat betekent dat hij alleen beslist op de geschilpunten die de partijen zelf naar voren brengen en een afwachtende houding aanneemt. In het strafproces en het bestuursproces is de rechter daarentegen leidend. Hij onderzoekt de zaak die aan hem wordt voorgelegd.

terug naar boven

M

A| B| C| D| E| F| G| H| I| J| K| L| M| N| O| P| Q| R| S| T| U| V| W| | X| | Y| | Z


Maatregel - Een maatregel kan worden opgelegd na het begaan van een strafbaar feit. Er kunnen maatregelen worden opgelegd in plaats van een straf of naast een straf. Voorbeelden zijn: terbeschikkingstelling, plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis, ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, onttrekking van voorwerpen aan het verkeer. 

Magistratuur - Alle leden van de rechterlijke macht, dus rechters (zittende magistratuur) en de leden van het Openbaar Ministerie (staande magistratuur). 

Materiële schade - Schade die direct in geld is uit te drukken. 

Mediation - Alternatieve methode om geschillen buiten de rechter om op te lossen. Ook: alternatieve geschilbeslechting of ADR. Zie ook voor meer infornatie: Mediation. 

Meervoudige kamer - Een kamer van een gerecht, bestaande uit ten minste drie rechters. De meervoudige kamer beslist over zware of ingewikkelde zaken. Zie ook: Enkelvoudige kamer.

Meineed - Valse eed. Getuigen die opzettelijk niet de waarheid spreken bij de rechtbank, maken zich schuldig aan meineed. 

Memorie van Antwoord - Datgene wat de gedaagde aanvoert tegen hetgeen de eiser stelt in een appèlprocedure in civiele zaken. 

Memorie van Grieven - Datgene wat de eiser vordert in een hoger beroepprocedure.

Militaire kamer - De rechtsprekende instantie die belast is met de behandeling van strafzaken die zijn begaan door militairen. Deze kamer is ondergebracht bij de rechtbank Arnhem. Als het een meervoudige behandeling betreft, bestaat de militaire kamer uit twee rechters en een militair lid. Het militair lid is een officier van één van de krijgsmachtonderdelen. 

Minuut - Origineel exemplaar van een gerechtelijk stuk (bijvoorbeeld een vonnis), dat blijft bij degene die het heeft opgesteld (griffier). 

Misdrijf - Zwaar strafrechtelijk vergrijp. De strafwetgeving onderscheidt overtredingen en misdrijven. Overtredingen worden in de regel berecht door de sector kanton van de rechtbank, misdrijven door de strafsector van de rechtbank.

Mondeling vonnis - Vonnis dat meteen na de behandeling wordt uitgesproken. 

Moord - Het opzettelijk en volgens plan (met voorbedachten rade) iemand van het leven beroven. Maximale straf: levenslang. Zie ook: Doodslag.

Mulder-afdoening - Procedure om buiten het strafrecht om lichte verkeersovertredingen administratief af te doen. 

terug naar boven

N
Ne bis in idem (letterlijk: niet tweemaal voor hetzelfde) - Latijnse term in het strafrecht voor het beginsel dat iemand niet twee keer voor hetzelfde feit kan terechtstaan en mag worden gestraft. Behandeling in hoger beroep betekent niet dat iemand voor de tweede keer terechtstaat, want die procedure maakt deel uit van dezelfde rechtsgang.
Niet-ontvankelijk - Niet vatbaar voor berechting. De niet-ontvankelijkheid wordt bepaald door de rechter, bijvoorbeeld omdat een zaak te lang heeft gelegen of omdat de termijn waarbinnen het beroep binnen had moeten zijn, is overschreden. In het strafrecht kan ook het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk zijn als bijvoorbeeld de opsporing en vervolging niet fatsoenlijk zijn verlopen. 

Nietigverklaring - Oordeel van de rechter dat een vorige uitspraak van een lagere rechter niet geldig is. In het strafrecht kan een dagvaarding ook nietig worden verklaard 

Non-refoulement - Het niet mogen terugsturen van asielzoekers vanwege de gevaren die hen bedriegen in het land van herkomst. 

Noodweer - Het plegen van een strafbaar feit om jezelf of een ander te beschermen tegen een onmiddellijke bedreiging. De verdediging mag niet verder gaan dan noodzakelijk is. Wanneer noodweer is vastgesteld, is er geen sprake van een strafbaar feit.
  
Noodweer-exces - Als iemand de grens overschrijdt van de noodzakelijke verdediging (noodweer), bijvoorbeeld omdat hij in paniek raakt, kan sprake zijn van noodweer exces. De dader is dan niet strafbaar.

Novum - nieuw feit. 

terug naar boven

O
Officier van justitie - Vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie in de rechtszaal. De officier van justitie heeft de leiding van het opsporingsonderzoek (strafzaken). Afhankelijk van de resultaten van dit onderzoek zal hij besluiten de zaak voor de rechter te brengen (te dagvaarden), een schikking aan te bieden of de zaak te seponeren (bijvoorbeeld bij gebrek aan bewijs). Bij een strafzitting krijgt hij het woord voor het zogenaamde requisitoir. De officier van justitie geeft daarin aan welke feiten naar zijn mening bewezen moeten worden verklaard en welke straffen of maatregelen daarvoor moeten worden opgelegd.
 
OM - Gebruikelijke afkorting voor Openbaar Ministerie. 

Onderbewindstelling - Maatregel van de kantonrechter om het goederenbeheer van personen die daar zelf niet meer voor kunnen zorgen over te dragen aan een bewindvoerder. 

Ondercuratelestelling - Het benoemen van een curator voor een meerderjarig persoon die zijn financiële zaken door lichamelijke of geestelijke oorzaken niet meer goed zelf kan regelen. 

Ondertoezichtstelling - Maatregel van de kinderrechter om kinderen te onttrekken aan het ouderlijk gezag door ze onder toezicht te stellen van een plaatsvervangend voogd. 

Onherroepelijk - Niet te herroepen, niet te veranderen. Een uitspraak is onherroepelijk als de rechtzoekende geen beroep of cassatie meer kan instellen, bijvoorbeeld omdat de termijn waarbinnen men beroep moet instellen verlopen is. De zaak is dan helemaal afgedaan. 
 
Onrechtmatig bewijs - Bewijs dat het Openbaar Ministerie niet volgens de regels van het recht heeft verkregen. 

Ontoerekeningsvatbaar - Het niet toerekenen van een strafbaar feit aan de dader vanwege zijn psychische toestand. 

Ontslag van rechtsvervolging - Beslissing van de rechter als hij vindt dat de verdachte het telastegelegde feit wel heeft gepleegd, maar dit feit (zoals in geval van noodweer) of de verdachte (zoals bij psychische stoornis of noodweer exces) niet strafbaar is. 

Onvoorwaardelijke straf - Straf die daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Zie ook: voorwaardelijke straf.

Openbaar Ministerie - Valt onder het ministerie van Justitie. Geeft leiding aan het opsporingsonderzoek van de politie en vervolgt de verdachten. Zie ook: Officier van justitie.

Openbare registers - Door de overheid bijgehouden registers zoals het faillissementsregister en het huwelijksgoederenregister. Deze zijn door iedereen in te zien. 

Opportuniteitsbeginsel - Het uitgangspunt dat een officier van justitie zelf beslist of een strafbaar feit wordt vervolgd. Als de officier beslist om niet te vervolgen dan kan een belanghebbende daarover een klacht indienen bij het gerechtshof met het verzoek alsnog opdracht te geven tot vervolging.

Opposant - Procespartij die verzet aantekent na kennisname van een vonnis dat hem aangaat maar dat in zijn afwezigheid is uitgesproken (verstekvonnis). 

Overtreding - Licht strafrechtelijk vergrijp. De strafwetgeving onderscheidt overtredingen en misdrijven. Overtredingen worden in de regel berecht door de sector kanton van de rechtbank, misdrijven door strafsector van de rechtbank.

terug naar boven

P
Parket - Een regiokantoor van het Openbaar Ministerie. Op het parket werken de offi cieren van justitie en ondersteunend personeel onder leiding van een hoofdoffi cier van justitie. 
 
Passant - Een veroordeelde die na het uitzitten van zijn straf moet wachten op een plek in een TBS-kliniek. Deze wachttijd wordt doorgebracht in het huis van bewaring. De passant kan hier een schadevergoeding voor eisen. 

Penitentiaire inrichting - Gevangenis of huis van bewaring. 

Peremptoire termijn - Laatste termijn in een procedure waarna geen uitstel meer wordt verleend. 

Persisteren - volharden bij een eis of stelling; de eis onveranderd handhaven ondanks hetgeen de tegenpartij aanvoert. 

Piketdienst - Regeling dat elke verdachte, vreemdeling of psychiatrische patiënt die in bewaring wordt gesteld op het politiebureau of in een psychiatrisch ziekenhuis automatisch wordt bezocht door een advocaat om zijn of haar rechten te bespreken. 

Plaatsopneming - Een bezichtiging door de rechter op de plaats waar de oorzaak van het geschil zichtbaar is of het geschil zich afspeelt. In een civiele procedure wordt dit 'descente' genoemd, in het strafproces 'schouw'.
 
Pleidooi - Mondelinge toelichting op het in het geding ingenomen standpunt. 

"Pluk-ze" - Populaire benaming voor de maatregel die inhoudt dat tijdens of na een strafproces het financiële voordeel wordt afgenomen dat men heeft verkregen door het plegen van een strafbaar feit. 

Politierechter - Alleensprekende rechter van de rechtbank in strafzaken die niet zo ingewikkeld zijn en waarin niet meer dan één jaar gevangenisstraf wordt geëist. 

Preparatoir vonnis - Tussenvonnis waarbij de rechter partijen vraagt om stukken over te leggen. 

President - De voorzitter van een rechtbank, een gerechtshof en van de Hoge Raad heet president. Ook de rechter die een zitting van een rechtbank of hof voorzit wordt president of voorzitter genoemd. 

Preventieve hechtenis - Verzamelnaam voor de begrippen bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. 

Primair - Eerste vordering / tenlastelegging of verzoek. Met een primaire vordering wordt aangegeven welke vordering de belangrijkste is in een reeks. Zie ook Subsidiair. 

Principaal beroep - Het eerst ingestelde hoger beroep in tegenstelling tot het incidenteel beroep. 

Proceskostenveroordeling - Bedrag dat de verliezende partij moet betalen aan de winnende partij als compensatie voor de kosten die gemaakt zijn voor een advocaat en griffierechten. Als er niet echt sprake is van winnen of verliezen (zoals in het personen- en familierecht) worden de kosten gecompenseerd. Dat betekent dat ieder zijn eigen kosten draagt. 

Proces-verbaal - 
1. Schriftelijk verslag van hetgeen op rechtszittingen aan de orde is gekomen.
2. Officieel schriftelijk verslag van politieambtenaren met feiten die ze hebben waargenomen en met een verklaring die ze hebben opgetekend uit de mond van een verdachte of getuige; 

Procureur - Advocaat die een collega inschakelt indien een rechtszaak niet in zijn eigen arrondissement gehouden wordt. De taak van een procureur is ervoor te zorgen dat alle noodzakelijke processtukken bij de rechtbank en de advocaat terechtkomen. De advocaat blijft verantwoordelijk voor de rechtszaak en voert ook het woord. Een procureur mag alleen stukken inleveren bij de rechtbank waar hij staat ingeschreven. Bij een civiele procedure bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad is procureurstelling verplicht. 

Procureur-generaal (PG) - Lid van het College van Procureurs-Generaal, de landelijke leiding van het OM.

Procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad - Hoofd van het parket bij de Hoge Raad. Bij de Hoge Raad vervult het parket een andere rol dan bij de rechtbank en het gerechtshof. Leden van het parket eisen hier geen straf, maar adviseren de Hoge Raad wat moet gebeuren; in civiele zaken, strafzaken en belastingzaken. 

Pro-Deoadvocaat - Vroeger kreeg de minder draagkrachtige burger een gratis (pro Deo) advocaat. Tegenwoordig betaalt een rechtzoekende in civiele en bestuursrechtelijke zaken een van het inkomen afhankelijke eigen bijdrage voor de advocaat. Alleen in strafzaken, als een verdachte in voorarrest zit, krijgt hij nog (automatisch) een pro-Deoadvocaat toegewezen. In de rechtszaal wordt gesproken over een 'toegevoegd advocaat'. 

Proeftijd - De rechter kan iemand tot een voorwaardelijke straf veroordelen. De straf wordt dan niet uitgevoerd, mits de verdachte zich gedurende een bepaalde periode, de proeftijd, aan een aantal afspraken houdt en niet opnieuw in de fout gaat. Deze voorwaarden zijn door de rechter in zijn vonnis opgelegd.

Pro-formazitting - Zitting waarop een zaak niet inhoudelijk wordt behandeld. Een pro-formazitting is nodig als een zaak binnen een bepaalde termijn op een zitting moet zijn geweest, maar het nog te vroeg is om deze inhoudelijk te behandelen. 

Prorogatie - De mogelijkheid om in het civiel procesrecht met de tegenpartij overeen te komen dat een geschil direct zal worden voorgelegd aan een hogere rechter. 

terug naar boven

R
Raadkamer - 
1. Rechterlijk college dat strafzaken behandelt waarvoor in de regel geen openbare zitting is voorgeschreven. Denk bijvoorbeeld aan klachten niet-vervolging (het hof oordeelt dan over de vraag of een verdachte moet worden vervolgd als het OM daartoe niet besluit). 
2. Onderling beraad tussen de rechters die een zaak behandelen na de openbare zitting om het vonnis vast te stellen.

Raadsheer - Rechter bij het gerechtshof of de Hoge Raad. Ook een vrouwelijke raadsheer wordt gewoon raadsheer genoemd, want met een raadsvrouw/raadsman wordt een advocaat bedoeld. 

Raadsman - Advocaat.

Raadsvrouw - Vrouwelijke advocaat. 

Raad van State - Hoogste adviescollege van de staat dat adviseert over alle wetsontwerpen en algemene maatregelen van bestuur; de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State beslist in hoogste instantie in geschillen over besluiten van overheidsorganen. 

Raad voor de Kinderbescherming - Orgaan van het ministerie van Justitie, gevestigd in elke arrondissementshoofdplaats. De raad behartigt de belangen van minderjarigen die dat nodig hebben en adviseert de kinderrechter bij verzoeken om ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. Voor meer informatie: www.kinderbescherming.nl

Raad voor Rechtsbijstand - Instantie die beslist of een rechtzoekende in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Zie ook: Pro-Deoadvocaat. Voor meer informatie: www.rvr.org


Raad voor de rechtspraak - De Raad voor de rechtspraak bestaat sinds 1 januari 2002 en vormt de schakel tussen de minister van Justitie en de gerechten. De Raad heeft als opdracht te bevorderen dat de gerechten hun rechtsprekende taak goed kunnen vervullen.

RAIO - Rechterlijk ambtenaar in opleiding. 

Rechtbank - Rechtsprekend orgaan dat in eerste aanleg oordeelt over zaken zoals echtscheidingen, misdrijven, geldvorderingen, en de meeste bestuursrechtelijke geschillen. Ook wordt met het begrip rechtbank het gebouw aangeduid waarin de rechtbank zetelt. Zie ook: kaart gerechtelijke indeling.

Rechter-commissaris (RC) - 
1. Rechter die het onderzoek naar één of meer strafbaar feiten leidt. 
2. In faillissementen houdt de RC toezicht op het beheer van de failliete boedel.

Rechterlijke macht - Rechters en officieren van justitie. De rechters worden tot de zittende magistratuur gerekend en de officieren van justitie tot de staande magistratuur. De rechter blijft zitten tijdens de zitting, de officier van justitie voert staande het woord.
 
Recidive - Herhaling van strafbaar gedrag. 

Reclassering - Instelling die het herintreden in de maatschappij van veroordeelden, wil bevorderen. Geeft ook voorlichting aan de rechter over de persoon van de verdachte. 

Reconventie - Tegeneis; door de gedaagde tegelijk met de conclusie van antwoord ingediende vordering.

Redelijkheidsbeginsel - Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat een bestuursorgaan bij het nemen van de beslissing alle belangen tegen elkaar af moet wegen. 

Referte - Conclusie van een partij of verdachte, inhoudend dat men geen bezwaren tegen een vordering of verzoek kan aanvoeren en het oordeel daarover aan de beslissende rechter over laat. 

Rekest - Verzoekschrift. 

Relatieve competentie - Geeft aan in welke plaats in Nederland een procedure gestart moet worden. Zie ook: Absolute competentie. 

Repliek - Datgene wat de eiser aanvoert ter weerlegging van hetgeen de gedaagde in de conclusie van antwoord heeft gesteld (civiele zaken). 

Requestrant (of rekwestrant)- Verzoeker in een rechtszaak. 

Requirant - Degene die een vordering indient. 

Requireren - Het ter zitting eisen van een straf of maatregel door de officier van justitie. 

Requisitoir - De aanklacht van de officier van justitie tijdens een strafproces waarin hij de feiten op een rij zet, zijn mening geeft over het bewijs en op grond daarvan een bepaalde straf eist. De officier van justitie kan ook vrijspraak vragen. 

Ressort - Rechtsgebied. Nederland is onderverdeeld in 5 ressorten, die vervolgens weer zijn onderverdeeld in arrondissementen (19). Elk ressort heeft een eigen gerechtshof. 

Ressortsparket - Kantoor van het Openbaar Ministerie bij het gerechtshof. 

Rogatoire commissie - Getuigenverhoor dat in opdracht van de behandeld rechter door een andere instantie (meestal een rechtbank in het buitenland) wordt uitgevoerd. 

Rol - Een lijst van de zaken die op de zitting behandeld worden, waarbij aangegeven wordt welke stukken uitgewisseld moeten worden tussen partijen. 

Rolzaak - Procedure die (in beginsel) door een dagvaarding wordt aangebracht voor de civiele rechter. 

Rolzitting - Zitting in civiele zaken waar procedurele beslissingen worden genomen en de stukken van de partijen worden uitgewisseld.

Royement / royeren - Schrappen, doorhalen; het afbreken van een lopende procedure omdat er een oplossing is bereikt.

terug naar boven

S
Sanctie - Straf of maatregel die wordt toegepast als rechtsregels worden overschreden. 

Schikking - Tussentijdse overeenkomst tussen partijen waarmee het conflict is opgelost voordat de civiele of bestuursrechter een uitspraak heeft gedaan. 

Schikkingsvoorstel - Bevoegdheid van politie of de officier van justitie om een verdachte van een strafbaar feit aan te bieden een bepaald bedrag te betalen. Als de verdachte daarop ingaat, hoeft hij niet terecht te staan. 

Schouw - Wat in het civiel recht een descente of plaatsopneming wordt genoemd, heet in het strafprocesrecht een schouw: een bezichtiging op de plaats van het delict. 

Seponeren - Bevoegdheid van de politie of officier van justitie om de zaak niet voor de rechter te brengen, maar te laten rusten (sepot). 

Sprongcassatie - Overeenkomst tussen partijen inhoudende dat hun geschil na de einduitspraak in eerste aanleg direct (zonder hoger beroep) in cassatie aan de Hoge Raad zal worden voorgelegd. 

Staande magistratuur - Vertegenwoordigers van het Openbaar Ministerie. Zie ook: Rechterlijke macht.

Strafblad - Vermelding in het strafregister dat aantekeningen bevat over de keren dat iemand in het verleden verdacht werd van strafbare feiten (met name misdrijven) en over de afloop daarvan (sepot, vrijspraak, veroordeling).

Strafkamer - Eenheid van drie rechters die binnen een rechtbank of een gerechtshof strafzaken behandelen.
 
Strafrechtspraak - Rechtspraak die zich bezighoudt met de berechting van strafbare feiten (overtredingen en misdrijven).
 
Strafregister - Register waarin wordt bijgehouden wie wanneer verdacht werd van welk strafbaar feit (met name misdrijven) en over de afloop daarvan (sepot, vrijspraak of veroordeling). Degenen die in het register voorkomen "hebben een strafblad". 

Subsidiair - Volgt altijd op primair; met primair wordt de maximaal haalbare vordering of tenlastelegging aangegeven. Subsidiair wordt de vordering anders geformuleerd als verwacht wordt dat de eerste vordering (primair) niet tot het beoogde resultaat zal leiden. Bijvoorbeeld: primair wordt ten laste gelegd dat verdachte diefstal met geweld heeft gepleegd; subsidiair wordt alleen diefstal ten laste gelegd. 

Surséance van betaling - Door de rechter verleende opschorting van betalingsverplichtingen.

terug naar boven

T
Taakstraf - Werkstraf of leerstraf. 

Tableau - Bij de rechtbank aanwezige lijst van ingeschreven advocaten. 

Tenlastelegging (ook telastlegging) - Deel van de dagvaarding in strafzaken waarin staat waar het Openbaar Ministerie de verdachte van beschuldigt. 

Tenuitvoerlegging - 
1. Uitvoering van een arrest of vonnis desnoods met behulp van een deurwaarder 
2. In het strafprocesrecht: de omzetting van een voorwaardelijke straf in een onvoorwaardelijke straf.

Terbeschikkingstelling (tbs) - Maatregel die de rechter kan opleggen aan een psychisch gestoorde veroordeelde. De terbeschikkinggestelde kan aan dwangverpleging worden onderworpen of moet zich aan bepaalde aanwijzingen van de rechter houden. Het belangrijkste oogmerk waarmee de tbs-maatregel wordt opgelegd is het beveiligen van de maatschappij op korte en langere termijn. Om de maatschappij op korte termijn te beveiligen verblijft de dader in de gesloten kliniek. Beveiliging van de maatschappij op langere termijn wordt gerealiseerd door behandeling van de dader, die er op is gericht herhaling van het misdrijf in de toekomst te voorkomen. 

Toevoeging - Beslissing van de Raad voor Rechtsbijstand waarmee een rechtzoekende voor een bepaalde procedure een raadsman wordt toegewezen. 

Transactie - Aanbod van de officier van justitie aan de verdachte om een boete te betalen. Als de verdachte de boete betaalt, dan ziet de offi cier af van verdere strafvervolging. Zie ook: Schikkingsvoorstel.
 
Tussenkomst - Zich op eigen initiatief als (derde) partij stellen (tussenkomen) in een lopende rechtszaak. 

Tussenvonnis - Vonnis waarbij de rechter geen eindbeslissing geeft, maar bijvoorbeeld een bewijsopdracht of onderzoek beveelt waarvan de beslissing van de zaak afhankelijk kan zijn. 

terug naar boven

U
Uitvoerbaar bij voorraad - De mogelijkheid om een uitspraak onmiddellijk uit te voeren hoewel de hoofdzaak of het hoger beroep nog niet is afgedaan. Het instellen van beroep heeft in dit geval geen opschortende werking. 

Unus-rechtspraak - Zitting met één rechter die rechtspreekt. 

terug naar boven

V
Verbeurdverklaren - De rechter kan bepalen dat een veroordeelde als bijkomende straf de spullen kwijtraakt die bij hem in beslag zijn genomen. 

Verdachte - Iemand over wie aanwijzingen bestaan dat hij mogelijk een strafbaar feit heeft gepleegd. De wet spreekt over "een redelijk vermoeden van schuld". Een verdachte wordt pas dader genoemd nadat hij is veroordeeld. 

Verhaal - Het recht om een betaling geheel of gedeeltelijk bij een ander in rekening te brengen. Bijvoorbeeld de sociale dienst die een bijstandsuitkering mag verhalen op de ex-partner. 

Verjaring - De termijn na afloop waarvan een recht ontstaat of juist verloren gaat. 

Verplichte procesvertegenwoordiging - Beginsel dat een burger alleen een proces mag voeren als hij door een advocaat of procureur vertegenwoordigd wordt. Dit geldt alleen in civiele zaken bij de rechtbank, het gerechtshof en de Hoge Raad. 

Verschoningsrecht - Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten. 

Verstekvonnis of bij verstek veroordeeld zijn - Veroordeling die wordt uitgesproken terwijl de gedaagde of verdachte niet op de zitting is. 

Vertrouwensbeginsel - Algemeen beginsel van behoorlijk bestuur dat voorschrijft dat een burger erop moet kunnen vertrouwen, dat een bepaalde toezegging van een bestuursorgaan ook nagekomen wordt. 

Vervangende hechtenis - Aantal dagen dat de veroordeelde moet vastzitten als hij zijn boete niet betaalt. Wanneer een boete wordt opgelegd, wordt er meteen bij vermeld aan hoeveel dagen vrijheidsstraf dit gelijkstaat. 

Vervroegde invrijheidstelling - In de regel wordt een veroordeelde na twee/derde van de gevangenisstraf uitgezeten te hebben vervroegd in vrijheid gesteld. Vervroegde invrijheidstelling vindt niet plaats bij straffen van minder dan zes maanden, in het jeugdstrafrecht en bij een levenslange gevangenisstraf. 

Verzekering - Zie: Inverzekeringstelling. 

Verzet - Bezwaar tegen een uitspraak dat iemand kan indienen die bij verstek (afwezigheid) veroordeeld is. 

Voeging - Het samenvoegen van verschillende strafbare feiten tot één strafzaak of (in het civiele recht) het samenvoegen van twee procedures die tussen dezelfde personen lopen en hetzelfde onderwerp betreffen, dan wel verbonden zijn met elkaar.

Vonnis - Een uitspraak in een procedure die begint met een dagvaarding. Zie ook: Beschikking

Voorarrest - Het totaal aantal dagen dat iemand doorbrengt in politiecel of Huis van Bewaring voorafgaand aan de zitting en uitspraak. De dagen die iemand in voorarrest heeft doorgebracht worden van de straf afgetrokken. 

Voorgeleiding - Verhoor van de verdachte door de officier van justitie om vast te stellen of het Openbaar Ministerie de rechter moet vragen om de verdachte in voorlopige hechtenis te nemen. 

Voorlopig getuigenverhoor - Iemand die overweegt een civiele procedure te beginnen, kan aan de rechtbank een voorlopig getuigenverhoor vragen. Dit verhoor dient om de kansen bij een rechtszaak beter in te kunnen schatten, of om te voorkomen dat bewijs verloren gaat (door vertrek of overlijden van een getuige bijvoorbeeld).

Voorlopige hechtenis - Verzamelnaam voor de begrippen bewaring, gevangenhouding en gevangenneming. 

Voorlopige voorziening - Een voorlopige beslissing in spoedeisende zaken die gezien kan worden als voorschot op de eindbeslissing of als tijdelijke regeling tot de eindbeslissing er is. Bijvoorbeeld de voorlopige regeling bij wie de kinderen verblijven tijdens de behandeling van de echtscheidingsprocedure. 

Voorwaardelijke straf - Straf die pas uitgevoerd wordt als de veroordeelde zich niet aan bepaalde voorwaarden houdt. Als voorwaarde geldt altijd dat de verdachte zich niet binnen de proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit schuldig mag maken. De proeftijd bedraagt meestal twee jaar. Als bijzondere voorwaarde kan bijvoorbeeld worden opgelegd dat de verdachte contact moet houden met de reclassering. Als de verdachte de opgelegde voorwaarden niet nakomt, kan de officier van justitie bij de rechter eisen dat de voorwaardelijk opgelegde straf alsnog ten uitvoer wordt gelegd. 

Vormverzuim - Het verwaarlozen of niet in acht nemen van vormvoorschriften in een proces of door een bestuursorgaan. Ook wel 'procedurefout' genoemd.

Vrijwaring - De gedaagde in een civiel proces kan een derde partij bij de procedure betrekken omdat die ook met de zaak te maken heeft, met het doel dat de negatieve gevolgen van de uitkomst van het geschil op die derde kunnen worden verhaald. Dat heet 'oproepen in vrijwaring'. 

terug naar boven

W

Wederrechtelijk onrechtmatig, in strijd met het recht. 

Werkstraf - Onbetaalde arbeid die wordt opgelegd door de strafrechter in plaats van een gevangenisstraf. Het werk wordt meestal verricht in ziekenhuizen, bejaardencentra, kinderboerderijen, sportclubs, gemeenten e.d. Zie ook Taakstraf en Leerstraf. 

Wraking - Verzoek aan de rechtbank om een rechter of raadsheer in een bepaalde zaak te vervangen, omdat hij partijdig zou zijn. 

terug naar boven

X

terug naar boven

Y

terug naar boven

Z
Zittende magistratuur - Aanduiding voor de rechters. Zie ook Rechterlijke macht.



terug naar boven