De Wet Wapens en Munitie is op 5 Juli 1997 in werking
getreden. Met de term Wapenwetgeving wordt bedoeld het geheel aan regels
in Nederland.
Deze wetgeving bestaat uit:
- de Wet Wapens en Munitie
- de Regeling Wapens en Munitie
- de Circulaire Wapens en Munitie
- de Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen
De bepalingen betreffende wapens zijn ook van toepassing op
onderdelen en hulpstukken die speciefiek bestemd zijn voor die wapens.
De bepalingen van munitie zijn eveneens van toepassing op onderdelen van
die munitie, voor zover geschikt om munitie ervan te maken.
Uitzonderingen in deze wetgeving zijn gemaakt voor:
- de krijgsmacht geregeld door de minister van Defensie
- de Politie geregeld door de Minister van Justitie en Minister van
Binnenlandse zaken
- overige openbare diensten en buitengewone opsporingsambtenaren Door
de Minister kan verder vrijstelling of ontheffing worden verleend
aan bepaalde groepen wapens.
a. Wapens die niet voor gebruik als zodanig geschikt te maken
zijn.
b. Wapens die het karakter dragen van oudheden.
c. Andere wapens, voor zover deze bestemd zijn voor dan wel deel
uitmaken van een verzameling of een wandversiering
d. Munitie, voor zover deze bestemd zijn voor dan wel deel
uitmaken van een verzameling
e. Toestellen en voorwerpen voor beroepsdoeleinden
f. Monster-, demonstratie-, testmateriaal en rekwisieten
g. Noodsignaalmiddelen en de daarvoor bestemde munitie
|